Werken aan preventie en herstel

De werknemer mag van de werkgever zorg voor goede arbeidsomstandigheden verwachten en aandacht bij ziekte of ernstige persoonlijke of sociale problemen. De werkgever mag van de werknemer verwachten dat deze zich bij ziekte naar vermogen inzet voor herstel. Dus zich onder behandeling stelt als dat geïndiceerd is en behandeladviezen opvolgt. Overigens zijn ook hier grenzen aan. In het algemeen zal een werknemer bijvoorbeeld niet kunnen worden verplicht een operatieve ingreep te ondergaan. Ook de werkgever kan een bijdrage leveren aan herstel, bijvoorbeeld door interventies. Verder is het met een mogelijk steeds verder opschuivende pensioenleeftijd van belang dat de werknemer zich realiseert dat een gezonde leefwijze en actief werken aan een goede fysieke conditie kunnen bijdragen aan het behoud van inzetbaarheid en daarmee preventie van verzuim of zelfs van verlies van werk. Ook hier kan de werkgever een bijdrage leveren door het aanbieden van vitaliteitsprogramma’s.

 

Benutten van de resterende mogelijkheden

De bedrijfsarts zal de werkgever op creatieve wijze adviseren de resterende mogelijkheden van de werknemer in te zetten voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. De werknemer zet zich naar vermogen in om tijdelijk aangepast werk te doen. ‘Aangepast werk’ houdt in dat uitsluitend taken passend bij de belastbaarheid van dat moment aan werknemer worden opgedragen.

 

Tijdig inzetten van het 1e en 2e spoor

Zijn de vooruitzichten voor terugkeer in eigen werk slecht, dan zullen werkgever en bedrijfsarts tijdig moeten kijken naar alternatieven binnen het eigen bedrijf (1e spoor) en zo nodig daar buiten (2e spoor), ook als de werknemer de optie van terugkeer nog niet heeft opgegeven. Inzetten van het 2e spoor is altijd aan de orde als er bij een jaar ziekte nog geen zekerheid bestaat dat werknemer binnen afzienbare termijn zal kunnen terugkeren in eigen werk of ander werk bij de eigen werkgever.

 

Demedicaliseren

Verzuim wordt niet altijd veroorzaakt door ziekte of gebrek. Liggen er andere oorzaken aan het verzuim ten grondslag, dan is het de taak van de bedrijfsarts om daar duidelijk over te zijn. Vervolgens kan buiten het medisch domein naar oplossingen worden gezocht. Het heeft geen zin om voorbij te gaan aan evident onvermogen van de werknemer om de bedongen arbeid te verrichten als de oorzaak ‘privé’ is. Het is dan beter om samen een praktische oplossing te zoeken waarbij mijn advies is dat beide partijen bijdragen aan die oplossing en altijd afspraken te maken voor een beperkte periode en daarna de stand van zaken te evalueren.